Tijdens het IFFR kondigde Shinji Aramaki zijn film aan met: ‘When it was finished, I was really, really exhausted.’ Wie zou dat niet zijn na alle explosies in Appleseed: Ex Machina?
De sciencefiction anime Appleseed: Ex Machina draaide dit jaar op het International Filmfestival in Rotterdam en het Amsterdam Fantastic Filmfestival. Voorganger Appleseed was in 2005 al op het AFFF te zien. Beide futuristische spektakelfilms werden geregisseerd door Shinji Aramaki, en zijn gebaseerd op de mangaserie van Masamune Shirow. Na een langdurig bestaan, gedurende de jaren tachtig en negentig, in de anonieme animatieafdelingen van Japanse televisieseries, betekende Appleseed Aramakis doorbraak als regisseur. SN sprak hem in Rotterdam.
Wat heeft u willen veranderen ten opzichte van de vorige versies van Appleseed?
‘Van de oorspronkelijke manga van Shirow werd vaak gezegd dat die te moeilijk was, te gecompliceerd. Ik heb geprobeerd de nadruk te leggen op de actie, op het visuele. Ik wil niet helemaal afzakken tot Hollywood-niveau, maar ik wilde het toch acceptabel maken voor een groter publiek.’
Was Shirow betrokken bij de films?
‘Op het eerste deel heeft hij helemaal geen invloed gehad, maar voor Ex Machina hebben we, in het begin van het productieproces, een paar ontmoetingen gehad. Hij had wat ideeën en daarvan heb ik er enkele gebruikt. Hij heeft hints gegeven over het karakter van de terroristische groepering die aan het einde van de film voorkomt. En hij had goede ideeën over hoe we de oorspronkelijke manga aan de huidige tijd konden aanpassen. Verder dan dat ging het eigenlijk niet.’
De invloed van producent John Woo lijkt, zeker als we afgaan op de openingsscène met veel gevechten in slow-motion, groter.
‘Ja, de inbreng van John Woo was aanzienlijk, maar is moeilijk precies aan te wijzen. Die eerste scène, daar is helemaal niets over gezegd door hem. Die opfladderende duiven, dat is echt niet van hem afkomstig. Wat betreft de actiescènes heb ik wel veel advies van hem gehad, én over de persoonlijkheid van de karakters. Wanneer moet je iemands sterke kanten benadrukken en wanneer hun zwakke kanten? Heel gedetailleerd advies vaak.’
Is er een personage waaraan u zelf met het meeste plezier heeft gewerkt?
‘Deunan Knute heeft de hoofdrol en ik wilde daar een aansprekende persoon van maken, iemand waar je met plezier naar kijkt. Ze geeft niet op. Ze gaat door tot het allerlaatste om haar doel te bereiken. Misschien is ze daardoor zelfs een beetje een plat karakter. Ze is recht door zee, gemakkelijk te begrijpen. Bij Briareos (Knute’s cybernetische partner in de film-BdV) lag de uitdaging natuurlijk in het feit dat hij geen gelaatsuitdrukking heeft, geen enkele expressie. We moesten hem naar voren brengen in zijn relatie tot anderen.’
Ex Machina legt de lat weer wat hoger qua 3-d animatie. Hoelang is er aan gewerkt?
‘Zo’n tweeënhalf jaar. We zijn met twintig man begonnen, maar in het laatste jaar werkten we met z’n zeventigen. Het grote verschil met de eerste Appleseed is dat het aantal mensen zo gigantisch is toegenomen. We konden een grotere studio gebruiken. De technologie om bewegingen vast te leggen is in die periode ook gigantisch vooruitgegaan. Voor de 3-d animaties kregen de acteurs een speciaal pak aan, zodat we de bewegingen kunnen volgen. Steeds verschillende mensen: één voor de actie, een ander voor de drama. In totaal zo’n twintig personen, ongeveer een maand lang. Vroeger konden we maar met drie mensen tegelijkertijd werken, nu kunnen we zelfs met acht mensen werken. Wat dat betreft lijkt de techniek het makkelijker te maken. Toch, als je het vergelijkt met de eerste film: we hebben er nu twee keer zo lang aan gewerkt. We hebben aandacht besteed aan ieder kreuk en vouwtje in de kleding. We hadden ook nieuwe software waarmee we mensen binnen een massa een persoonlijk uiterlijk kunnen meegeven.’
Komt er nog een derde deel wat u betreft?Technisch nog indrukwekkender?
‘Op dit moment zijn er geen plannen voor een vervolg. Ik heb wel wat ideeën. Het zal afhangen van de verkoop van de dvd. Ik weet ook niet of we wel moeten streven naar steeds maar hogerwaardiger technologie. Die komt er vanzelf wel. We kunnen er wel voor zorgen dat alles er almaar realistischer uitziet, tot in het kleinste detail, maar of het daar nou beter van wordt?’
Shinji Aramaki bewijst zijn punt wanneer hij door Schokkend Nieuws #76 bladert. Bij de foto’s van het – aandoenlijk low-tech – werk van Eiji Tsuburaya, steekt hij lachend een lang Japans verhaal af tegen de tolk. Die vat helaas wel erg bondig samen: ‘Toen ik jong was waren Ultraman en Gojira op tv. We zijn allemaal door hem gevormd.’
Gepubliceerd in Schokkend Nieuws 78, Zomer 2008
Comments are closed here.